De leerlingen leren om overzicht te creëren met een weekplanning. Door alle vaste momenten in je week alvast te markeren in je planning zie je in één oogopslag wanneer je tijd hebt voor huiswerk. Daarnaast krijgen ze tips hoe ze deze blokken van huiswerktijd vervolgens efficiënt indelen.
Opdracht:
De leerlingen maken individueel een weekplanning voor hun huiswerktijd.
Leerdoelen:
Leerlingen leren een overzicht te maken voor de tijden die vrij zijn om huiswerk in te plannen.
Leerlingen leren huiswerk in te plannen in blokken van 30 minuten.
Je agenda is niet alleen goed voor het opschrijven van je huiswerk. Je kunt deze ook heel goed gebruiken om in te plannen! In deze les leren leerlingen hoe ze in hun agenda het huiswerk van een week per dag kunnen noteren.
Opdracht:
Aan de hand van de methode van Mijn Planagenda® plannen de leerlingen hun huiswerk voor de komende week in. Als de klas deze agenda niet heeft, kunnen de leerlingen oefenen aan de hand van het document dat onder ‘Voorbereiding’ staat.
Leerdoelen:
De leerlingen leren hoe ze het huiswerk per dag over een week kunnen noteren.
De leerlingen krijgen inzicht in het huiswerk per dag.
De leerlingen ervaren dat huiswerk maken/leren niet lang hoeft te duren.
Met alle verschillende activiteiten en taken in een week kan het voor leerlingen lastig zijn om overzicht te houden. Om hen een handje te helpen maken ze kennis met de Eisenhower Matrix. Deze helpt de leerlingen om keuzes te maken en beter te plannen.
Opdracht:
Door in verschillende hoeken van de klas te gaan staan sorteren de leerlingen activiteiten op hoe belangrijk en hoe dringend deze voor hunzelf zijn.
Leerdoelen:
De leerlingen leren de Eisenhower Matrix toe te passen om beter te prioriteren.
Soms kan een week aan huiswerk voelen als een onmogelijke taak. Om ervoor te zorgen dat je niet alles door elkaar haalt, is het belangrijk om verschillende soorten vakken met elkaar af te wisselen.
Opdracht:
Leerlingen delen naar aanleiding van deze les hun vakken in in categorieën en maken daarna een planning waarbij ze verschillende categorieën met elkaar afwisselen.
Leerdoelen:
Leerlingen leren dat je verschillende soorten vakken met elkaar moet afwisselen.
Leerlingen leren vakken in te delen in categorieën.
Uitstelgedrag is iets van alle leeftijden. Iedereen maakt zich er schuldig aan. Aan de hand van de theorie van Tim Urban maken de leerlingen kennis met drie personages in hun hersenen: De beslisser, die altijd datgene wil doen wat op dat moment logisch is. De aap, die altijd zoekt naar snelle voldoening en iets leuks en makkelijks wil doen (zoals even op social media scrollen). De aap neemt vaak de leiding en zorgt ervoor dat je die leuke en makkelijke dingen eerst doet. Totdat er bijvoorbeeld een deadline aankomt en het derde personage wakker wordt: het paniekmonster. Deze verjaagt de aap om de beslisser weer aan het roer te krijgen, zodat je toch altijd nét voor de deadline je opdracht afkrijgt. Leerlingen worden bewust van dit proces en krijgen tips om uitstelgedrag tegen te gaan.
Opdracht:
Aan de hand van een aantal vragen gaat de klas in discussie over uitstelgedrag.
Leerdoelen:
Leerlingen worden bewust van hun uitstelgedrag aan de hand van Tim Urbans theorie.
Leerlingen krijgen tips om uitstelgedrag tegen te gaan.
Met het stellen van weekdoelen ben je bewuster bezig met je leerproces. Het stellen van realistische, uitdagende en heldere weekdoelen vergt wat oefening!
Opdracht:
De leerlingen werken aan de hand van een 5-stappenplan uit wat zij aan het einde van de week willen behalen en hoe ze dit gaan aanpakken.
Leerdoelen:
De leerlingen leren zich bewust te worden van hun doel.
De leerlingen oefenen met haalbare weekdoelen stellen.
Iedereen leert anders en de ene strategie werkt beter dan de andere. Een zestal leerstrategieën worden gekoppeld aan de eigenschappen van dieren. De strategie van de slak lijkt langzaam, maar zorgt ervoor dat leerlingen de stof sneller en beter onthouden.
Opdracht: Individueel bedenken leerlingen in welk dier zij zich het meest herkennen, ook maken zij een tekening van dit dier. Vervolgens bespreken ze in viertallen hun antwoorden en bedenken ze hoe ze de methode van de slak bij ieder vak het beste kunnen toepassen.
Leerdoelen:
De leerlingen krijgen inzicht in hun eigen manier van leren.
De leerlingen leren dat niet iedereen op dezelfde manier leert.
De leerlingen leren overzicht aan te brengen in hun huiswerkplanning. Door huiswerk korter op te schrijven met gebruik van logische afkortingen zie je sneller wat je precies moet doen en houd je meer ruimte over in je planning.
Opdracht:
Om te oefenen bekijken de leerlingen hun huiswerk voor deze week. Ze gebruiken de afkortingen om het duidelijk in hun agenda op te schrijven.
Leerdoelen:
Leerlingen leren de verschillen in het huiswerk te herkennen.
Leerlingen leren hoe afkortingen in huiswerk notatie overzicht creëren.
Gefocust blijven kan een hele opgave zijn met alle afleiding van tegenwoordig. Francesco Cirillo ontwikkelde een methode waarmee je focustijd afwisselt met korte pauzes: de Pomodoro methode. In deze les wordt de werking en relevantie van deze methode uitgelegd. Daarnaast leren leerlingen hoe ze in een planning rekening kunnen houden met tijd die ze nodig hebben voor verschillende taken.
Opdracht:
De leerlingen maken een overzicht hoe zij hun huiswerk vandaag en morgen willen indelen. Ze schatten zelf de tijd per taak in en verdelen dit aan de hand van de Pomodoro methode.
Leerdoelen:
Leerlingen leren dat je niet uren achter elkaar gefocust kan blijven.
Leerlingen leren wat de Pomodoro methode is en hoe ze deze kunnen toepassen.
Een baan, werken en geld verdienen. Het is misschien nog ver weg, maar met hierover nadenken kunnen leerlingen nu al beginnen. Tijdens deze les denken leerlingen na over hun ideale baan.
Opdracht:
De leerlingen schrijven individueel op hoe zij hun ideale baan voor zich zien. Willen ze creatief aan de slag, in het buitenland werken, bij een groot of juist een klein bedrijf? Naderhand worden de antwoorden klassikaal besproken.
Leerdoelen:
De leerlingen ontdekken wat ze belangrijk vinden in een baan.
De leerlingen denken na over hun kwaliteiten en voorkeuren.
Leerlingen gaan oplossingsgericht aan de slag om hun eigen bedrijf op te zetten. Door creatief na te denken kunnen ze misschien een dagelijks probleem omzetten in een onderneming.
Opdracht:
De leerlingen bedenken hoe ze een dagelijks probleem kunnen omzetten in een onderneming.
In deze les leren leerlingen over de comfortzone, groeizone en stresszone. Ze worden uitgedaagd om af en toe uit hun comfortzone te stappen om te kunnen groeien en avonturen te beleven zonder zichzelf te veel onder druk te zetten.
Opdracht:
In groepen van vier bedenken de leerlingen minimaal vijf dingen waarmee ze uit hun comfortzone kunnen stappen, zonder in hun stress-zone te komen. Klassikaal worden de antwoorden besproken. Elke leerling kiest vervolgens één ding om binnen een week uit te voeren.
Leerdoelen:
De leerlingen leren over hun comfortzone, groeizone en stresszone.
In en buiten school komen leerlingen allerlei situaties tegen die stress kunnen veroorzaken. Leerlingen leren wat stress is, hoe ze het bij zichzelf kunnen herkennen, hoe ze ermee om kunnen gaan en het effect van langdurige stress. Ze gaan na hoe zij zelf reageren op stress en wat ze kunnen doen om stress te verminderen.
Opdracht:
De leerlingen bedenken een korte en lange stresssituatie en hoe ze hierop zouden reageren. Ze schrijven wat de situatie zou zijn, wat de stress zou veroorzaken, hoe hun lichaam hierop zou reageren en hoe ze ermee om zouden gaan. Hierna delen ze dit klassikaal.
Leerdoelen:
De leerlingen leren wat stressors zijn en wat voor effect deze hebben op hun lichaam en gevoelens.
De leerlingen leren wat een stressrespons is.
De leerlingen leren de gevolgen (her)kennen van langdurige stress.
De leerlingen leren wat ze kunnen doen om stress te verminderen.
Hoe goed je je kunt concentreren hangt samen met de omgeving waarin je zit. Voor iedere taak heb je je eigen optimum aan prikkels, denk aan muziek luisteren of mensen om je heen.
Opdracht:
De leerlingen gaan klassikaal, onder leiding van de docent, met elkaar in gesprek over welke prikkels hen helpen of juist uit hun concentratie halen tijdens verschillende huiswerktaken.
Leerdoelen:
De leerlingen leren dat je prikkels nodig hebt om je optimaal te kunnen concentreren.
De leerlingen bedenken per taak welke prikkels zij nodig hebben en welke te vermijden.
Onderzoek wijst uit dat de meeste mensen een bepaalde dosis zelfdiscipline hebben per dag. Deze dosis is niet onbeperkt. Leerlingen leren in deze les om hun dosis zelfdiscipline voor de juiste taken te gebruiken. Ook krijgen ze handvaten waarmee ze makkelijker gefocust blijven.
Opdracht:
Individueel bedenken leerlingen een gewoonte die zij zichzelf gaan aanleren en klassikaal worden de voornemens besproken. Na 21 dagen kijk je wie die nieuwe gewoonte nog steeds elke dag volhoudt!
Leerdoelen:
De leerlingen leren wat discipline is.
De leerlingen zien het nut in van eigen discipline.
De leerlingen krijgen handvatten om meer eigen discipline te ontwikkelen.
Samen tot een besluit komen kan een uitdaging zijn. Deze les geeft een manier om gestructureerd een keuze te maken in groepsverband. Het BOB-model wordt geïntroduceerd met drie bijbehorende fases: beeldvorming, oordelen en besluitvorming.
Opdracht:
Leerlingen oefenen deze gezamenlijke beslismethode met een relatief simpel voorbeeld: samen een vakantie plannen (bestemming, activiteiten, etc.).
Leerdoelen:
De leerlingen leren wat een compromis is.
De leerlingen worden bewust van gezamenlijke besluiten.
De leerlingen leren wat het BOB-model is en hoe ze dit kunnen gebruiken.
Huiswerk maken en leren is niet altijd even leuk. Sommigen weten precies wanneer ze welke leerstrategieën moeten gebruiken terwijl anderen geen idee hebben hoe ze het beste kunnen leren.
Opdracht:
In groepen van vier maken de leerlingen een lijst met hun eigen tips om makkelijker en efficiënter huiswerk te maken en te leren. Aan het einde van de les worden de beste tips klassikaal verzameld zodat de leerlingen hiermee zelfstandig thuis kunnen oefenen.
Leerdoelen:
De leerlingen krijgen inzicht in welke mogelijkheden er zijn bij het maken/leren van huiswerk.
De leerlingen ervaren van klasgenoten hoe zij huiswerk maken/leren.
